flatbread met hummus en granaatappel

Week de kikkererwten een nacht in ruim koud water en 1 eetlepel bakpoeder (zodat ze zachter worden).

Spoel de geweekte kikkererwten goed schoon en zet ze op met koud water, een beetje zout (naar smaak) en een halve theelepel bakpoeder en breng aan de kook. Kook de kikkererwten in ongeveer 1 uur op laag vuur met deksel op de pan gaar.

Giet de gekookte kikkererwten af en bewaar een beetje van het kookvocht.

Pel en snijd de knoflook in dunne plakjes. Pluk de kruiden, houd wat blaadjes apart voor garnering en snijd de overige peterselie- en korianderblaadjes fijn. Rasp de schil van de limoen en pers de limoen uit.

Schep de kikkererwten in de kom van de keukenmachine en voeg de knoflook, rasp en sap van de limoen, de gesneden kruiden en tahin toe en laat de machine zeker 10 minuten draaien tot je een smeuïge hummus krijgt.

Als de hummus te dik is kun je wat van het bewaarde kookvocht toevoegen. Breng de hummus op smaak met zout en versgemalen peper.

Haal de granaatappelpitjes los van de granaatappel. Bak de pijnboompitten in een droge koekenpan of in de oven op 180 °C in 8 minuten goudbruin.

Meng in een grote kom het meel met de yoghurt, bakpoeder en zout en kneed het in ongeveer 5 minuten tot een elastisch deeg. Laat het deeg 15 minuten afgedekt rusten en verdeel het dan in 4 gelijkmatige porties. Rol het deeg zo dun mogelijk uit met een deegroller en bak de broodjes 2 minuten per kant in een droge, hete koekenpan goudbruin en gaar.

Schep de hummus op een groot bord en smeer netjes uit tot kuiltjes/golven. Sprenkel olijfolie eroverheen en garneer met de pijnboompitten, een paar koriander- en peterselieblaadjes en granaatappelpitjes. Geef het versgebakken flatbread erbij.