Ovengroenten en schnitzel: dit is weekmenu 1 van Koken voor een Week

Recepten weekmenu 1

BEKIJK HIER DE BOODSCHAPPENLIJST VAN WEEK 1 

Voorbereidingslijst voor het weekend

Spareribs garen

1. Pel de 6 knoflooktenen en halveer ze. Snijd de gember in dunne plakjes. Kneus de kardemom.
2. Breng de kippenbouillon met de steranijs, knoflook, gember, kardemom, tomatenketchup, sweet chilisaus, honing en ketjap manis aan de kook in een ruime stoofpan. Pers de limoen uit boven de pan.
3. Snijd de spareribs in 3 stukken en doe ze in de pan. Laat kort koken en doe daarna de deksel op de pan en zet het vuur laag. Laat de spareribs in 2 à 3 uur sudderen tot ze bijna van het bot vallen.
4. Haal 500 ml van het kookvocht uit de grote pan. Giet daarna het meeste kookvocht uit de pan in een andere bak. Laat het vocht in een andere pan voor 20 minuten inkoken.
5. Meng 1 eetlepel maïzena met een beetje water en voeg toe om de saus te binden. Giet de saus terug in de pan bij de spareribs. Bewaar de spareribs gekoeld en afgedekt in de pan.

Kippendijen marineren en garen

1. Pers de citroen en hak de knoflook fijn. Maak een marinade van citroensap, tijmblaadjes, geraspte knoflook en olijfolie. Meng hier de kippendijen doorheen.
2. Leg de kippendijen met de marinade in een ovenschaal, bestrooi met peper en zout. Marineer voor een uur in de koelkast.
3. Gaar daarna de kippendijen in een voorverwarmde oven op 120 ° voor 30 minuten. Bewaar de kippendijen gekoeld en afgedekt in de ovenschaal.

Schnitzels paneren

1. Sla de kalfsfiletlapjes plat tussen plasticfolie met behulp van een kleine pan of deegroller. Breng op smaak met zout en peper.
2. Zet een bord bloem, losgeklopt ei (evt. met een beetje water) en paneermeel klaar om de schnitzels te paneren. Haal de filetlapjes, stuk voor stuk, eerst door de bloem, dan door het losgeklopte ei en als laatst door het paneermeel. Zorg ervoor dat het vlees helemaal bedekt is. Bewaar de schnitzels onafgedekt op een schaal met keukenpapier in de koelkast.

Krieltjes koken (maandag of vrijdagrecept verdubbel ingrediënten)

1. Was de krielaardappeltjes. Kook ze in 20 minuten in ruim water met het groentebouillonblokje en een tak rozemarijn gaar.
2. Giet de krielaardappeltjes af. Laat ze afkoelen. Bewaar ze gekoeld in twee afsluitbare bakken.

Rijst (met lavas) koken

1.  Kook de rijst volgens aanwijzing op de verpakking. Snijd de lavas fijn en voeg dit toe aan de kokende rijst.
2. Giet de rijst af als het gaar is en laat op de werkbank afkoelen. Bewaar de rijst gekoeld in een afsluitbare bak die geschikt is voor de magnetron.

Pompoencurry maken

1. Schil de pompoen en verwijder de zaden. Snijd de pompoen in blokjes van ongeveer 3 cm. Snijd de rode paprika in blokjes en snijd rode ui in halveringen. 
2. Verhit de zonnebloemolie in een wok op middelhoog vuur. Bak als eerste de paprikablokjes en ui. Voeg dan de currypasta toe en bak dit al roerend circa 1 minuut. Voeg dan de pompoenblokjes toe. Bak dit kort mee.
3. Voeg het bouillonblokje, water, kokosmelk en santen toe aan de pan, roer goed door en laat de curry circa 15 minuten sudderen.
4. Laat de kikkererwten uitlekken en voeg deze toe aan de curry als de pompoen gaar is. Maak de curry verder op smaak met rasp en sap van een halve citroen. Bewaar de curry gekoeld in een afsluitbare bak die geschikt is voor de magnetron.

Broccolipuree maken

1. Schil en was de aardappelen. Snijd ze in 4 stukken. Kook de aardappelen in een grote pan met ruim water met een theelepel kerriepoeder en een bouillonblokje gaar met de deksel op de pan.
2. Maak roosjes van de broccoli. Schil en snijd ook de steel. Als de aardappelen 15 minuten koken, voeg je de broccoli toe. Kook voor 5 à 10 minuten. Giet af en laat droogstomen.
3. Stamp de broccoli en aardappelen (of knijp door een pureeknijper) en meng het met roomboter, crème fraîche en indien nodig een scheutje melk. Breng de broccolipuree verder op smaak met peper en zout. Bewaar de broccolipuree gekoeld in een afsluitbare bak die geschikt is voor de magnetron.

Sinaasappelwortelen maken

1. Schil, was en snijd de bospeen. Breng ruim water aan de kook. Blancheer de stukjes bospeen 3 minuten in kokend water. Schep ze daarna in ijskoud water om af te koelen. Laat daarna uitlekken.
2. Rasp de gember. Rasp 1 sinaasappel. Pers allebei de sinaasappelen uit.
3. Doe de geblancheerde bospeen in een ruime pan. Voeg de boter, de sap en rasp van de sinaasappels, geraspte gember en suiker toe. Stoof de bospeen met de deksel op de pan.
4. Neem na 5 minuten de deksel van de pan om het vocht iets te laten verdampen. Breng de worteltjes eventueel nog verder op smaak met zout en peper. Bewaar de worteltjes in een afsluitbare bak in de koelkast.

Amandelschaafsel bakken

1. Rooster het amandelschaafsel in een koekenpan met een beetje olijfolie. Houdt het schaafsel in beweging. Als het iets begint te verkleuren breng je het op smaak met zout en peper.
2. Haal meteen uit de pan als het amandelschaafsel bruin is.