Verwarm de oven voor op 180 °C. Breng 350 ml water aan de kook en los hierin het bouillonblokje op. Ragout: Wrijf de kastanjechampignons schoon en halveer ze. Snijd de fricandeau in blokjes.
Smelt de boter. Maak een kuiltje in de bloem en breek het ei in het kuiltje. Voeg de boter, zout en het water toe in het kuiltje. Voeg beetje bij beetje bloem toe en kneed tot een soepel deeg.
Breng de melk, het water, boter en zout in een pan aan de kook. Spatel de bloem erdoor en gaar de bloem circa 5 minuten. Haal de pan van het vuur en roer een voor een de eieren erdoor.
Wel de rozijnen circa 15 minuten in de brandewijn en giet ze af. Meng boter, basterdsuiker, bloem en de rozijnen door elkaar. Bestuif het aanrecht met bloem en leg er 5 plakjes bladerdeeg op.
Voorbereiding; wel de morieljes in lauw water. Rasp één limoen en pers beide limoenen uit. Snijd de filet met huid in mootjes van ca. 2 cm dik en bewaar afgedekt in de koelkast.
Smelt de boter en roer de bloem erdoor. Gaar de bloem tot er een glimmende roux ontstaat en voeg de melk toe. Roer goed door en breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Kluts het ei. Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Maak een kuiltje in de bloem en meng in het kuiltje de boter, vanillemerg, suiker en de helft van het ei.
Harde wenerdeeg: Meng suiker, boter, bloem en ei tot een deeg. Bestuif met bloem, duw plat en laat afgedekt met folie circa 15 minuten rusten. Rijstvulling: Verwarm de oven voor op 190 °C.