Week in een kom de saffraandraadjes in 250 milliliter lauwwarm water en laat afkoelen. Hak de pinda’s en pistachenoten grof. Rooster de sesamzaadjes in een droge koekenpan.
Maak een berg van de bloem op het werkblad. Strooi het zout erover. Maak in het midden een kuil en schenk hierin de olie. Voeg beetje bij beetje het water toe en meng met steeds wat van de bloem.