Roer met garde de gist, bloem en suiker door elkaar. Voeg 140 ml warm water en 1 theelepel zout toe. Kneed in circa 5 minuten tot een soepel deeg. Laat 10 minuten rusten.
Meng de bloem met het zout. Los het gist en de suiker op in het lauwwarme water en voeg de olijfolie toe. Maak een berg van de bloem en vorm een kuiltje in het midden.
Snijd de sinaasappels in parten en kook ze circa 5 minuten in ruim water. Breng water, suiker en 1 eetlepel kaneel aan de kook en voeg de sinaasappels toe.