Recepten weekmenu 3

Maandag

Zalm-preiquiche met dille-roomsaus en frisse salade

Zalm-preiquiche

Dinsdag

Stoofvlees met ovenaardappelen, snijbonen en gekaramelliseerde zilveruitjes

Stoofvlees

Woensdag

Macaroni met romige bieslook-groentesaus

Macaroni bieslooksaus

Donderdag

Runderpasteitjes met rucola-preisalade

Pasteibakjes

Vrijdag

Gegrilde groene asperges met gesmoorde prei en aardappelsalade

Gesmoorde prei-aardappelsalade

Voorbereidingslijst voor het weekend

Riblappen opzetten (1,5 kg vlees)

  1. Pel en snijd de uien in grove stukken. Snijd de riblappen in blokjes van 3 cm. Breng de stukjes riblap op smaak met peper en zout. Bak in delen in wat roomboter rondom goudbruin aan in de stoofpan. Bewaar de gebakken blokjes in een kom.
  2. Bak in hetzelfde vet de uien bruin. Voeg daarna de riblap weer toe samen met de kruidnagel, laurier, rozemarijn, tijm, rode wijn en bouillon. Breng aan de kook.
  3. Laat daarna het vlees op laag vuur gaar stoven met een deksel op de pan. Dit duurt 2 à 3 uur. Bewaar de gestoofde riblappen in de stoofpan in de koelkast.
  4. Als je het weekmenu kookt, haal dan als de riblappen gaar zijn je 1/3e van het vlees uit de pan, samen met 200 ml kookvocht. Dit bewaar je apart voor de ragout.

Macaroni (450 g) maandag en woensdag

  1. Kook de macaroni gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet de macaroni af en spoel koud af.
  2. Laat goed uitlekken, meng 1 eetlepel olijfolie door de macaroni. Bewaar de macaroni gekoeld in een afsluitbare bak. Houdt zo’n 125 g achter voor de quiche.
     

Blindbakken quiche bodem en voorbereiden pasteibakjes

  1. Verwarm de oven voor op 190°C. Smeer de bakvorm in met een beetje boter, strooi er daarna bloem overheen, klop de overtollige bloem uit de vorm.
  2. Bekleed de taartvorm met het quichedeeg. Leg bakpapier op het quichedeeg in de vorm, met daarin bakbonen of gedroogde peulvruchten. Bak het quichedeeg 15 minuten in de oven. Haal daarna het bakpapier met de bakbonen eruit.
  3. Als quichebodem in oven zet dan de pasteibakjes klaar.
  4. Verwarm de oven voor op 200°C voor de pasteibakjes. Leg vier plakken bladerdeeg op een ovenschaal met bakpapier. Leg hierop een tweede plak bladerdeeg, duw zachtjes aan. Steek met een ronde stekervorm het kapje in de bladerdeegplakken.
  5. Besmeer met wat olie en bak het bladerdeeg in de oven goudbruin en gaar, dat duurt ongeveer 20 minuten. Bewaar de pasteibakjes als ze zijn afgekoeld in een afsluitbare bak.

Vulling maken voor de quiche

  1. Maak ondertussen een mengsel van de eieren, crème fraîche, kookroom, mosterd en 1 eetlepel dille. Snijd de prei in ringen en was het zand eraf. Snijd de gerookte zalm in reepjes en de verse zalm in blokjes.
  2. Meng het eiermengsel met de gekookte macaroni, prei, gerookte- en rauwe zalm. Breng op smaak met zout en peper.
     

Bak de quiche af als de oven weer vrij is

  1. Zet de oventemperatuur op 180°C. Vul de taartvorm met het mengsel. Bak de quiche in ongeveer 45 minuten goudbruin en gaar. Controleer de quiche na 30 minuten, als deze te snel kleurt verlaag dan de oventemperatuur.

  2. Laat de quiche afkoelen. Bewaar de quiche afgedekt onder aluminiumfolie in de koelkast.

Krieltjes met zilveruitjes voorbereiden

  1. Halveer de krieltjes, leg ze in een ovenschaal en meng ze met olijfolie, peper en zout. Bak de krieltjes gaar en goudbruin in een oven van 180°C. Dat duurt ongeveer 30 minuten.

  2. Bak ondertussen de zilveruitjes in een ruime bakpan goudbruin in een lepel roomboter. Als de uitjes kleur krijgen voeg je de suiker toe en bak je het geheel goudbruin.

  3. Schep de uitjes bij de schaal ovenkrieltjes (wanneer ze gaar zijn) en meng even door. Laat de ovenschaal afkoelen en bewaar de krieltjes afgedekt en gekoeld in de schaal.

Krieltjes (800g) voorbereiden

  1. Kook de krielaardappeltjes in de schil gaar.

  2. Voeg tijdens het koken 1 tak rozemarijn, 1 tak tijm en 1 blokje groentebouillon toe.

  3. Giet de krieltjes af als ze gaar zijn en laat ze op de werkbank afkoelen. Bewaar ze gekoeld in een afsluitbare bak.

Prei smoren

  1. Rasp de knoflook. Snijd van het witte gedeelte van de prei stukken van ongeveer 4 cm. Leg deze in een pan waarin ze allemaal op de bodem passen. Voeg water toe aan de pan, zodat de prei net onder staat.

  2. Verkruimel een bouillonblokje boven de pan, voeg twee takjes tijm, de knoflook en een lepel roomboter toe.

  3. Smoor de prei voor ongeveer 20 minuten op matig vuur gaar met de deksel op de pan. Als de prei gaar is schep je deze voorzichtig in een afsluitbare bak die geschikt is voor de magnetron. Giet er een klein beetje van het kookvocht bij. Bewaar gekoeld.

Preiringen snijden

  1. Snijd de prei in ringen en was deze indien nodig. Bewaar de prei gekoeld in een afsluitbare bak.

Blancheren groenten

  1. Aspergesstukjes
    Schil de groene asperges, snijd 1 cm van de kontjes af. Snijd de groene asperges in grote stukken. Zet een ruime pan water op het vuur. Blancheer de groene aspergestukjes in het kokende water voor 2 minuten. Schep de groene aspergestukjes in ijskoud water om terug te koelen. Bewaar de groene aspergestukjes gekoeld in een afsluitbare bak.
  2. Gesneden wortel en boontjes ragout
    Schil de wortel en snijd deze in kleine blokjes. Maak de boontjes schoon en snijd deze in kleine stukjes. Zet een ruime pan water op het vuur. Blancheer de wortel en de boontjes samen in het kokende water 3 minuten. Giet daarna af en koel ze terug in ijskoud water. Laat daarna goed uitlekken. Bewaar ze gekoeld in een afsluitbaar bakje.

Pijnboompitten roosteren

  1. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Blijf regelmatig doorroeren.

  2. Als de pijnboompitten goudbruin zijn meteen uit de pan scheppen om af te koelen. Bewaar de pijnboompitten in een afsluitbare bak.

Basissaus (maandag of woensdagrecept verdubbelen ingrediënten) maken

  1. Pel en snipper de sjalotten voor de bieslooksaus & dillesaus. Smelt de roomboter in een klein pannetje. Voeg de sjalot toe, fruit tot het glazig is.

  2. Doe er twee lepels bloem bij. Bak dit 2 minuten op matig vuur mee. Voeg al roerende met een garde beetje voor beetje de koude groentebouillon en kookroom toe. Kook de saus een paar minuten rustig door.

  3. Maak de saus op smaak met rasp en sap van een citroen, peper en zout. Mocht de saus naar wens te dik zijn, dan kun je altijd iets meer vocht doormengen. Bewaar de saus gekoeld in twee afsluitbare bakken.