De pokébowl is van oorsprong een Hawaïaans gerecht met verse vis (meestal tonijn) en groenten die in kleine plakjes of blokjes zijn gesneden. Poké, spreek je uit als ''poh kay'', betekent dan ook ‘in stukjes gesneden’. Goed, nu je weet waar het gerecht vandaankomt en hoe je het uitspreekt is het tijd voor onze gouden tips.
1. Gebruik warme rijst
Rijst is de basis van je pokébowl. Traditioneel gezien wordt er sushirijst voor gebruikt, máár je kunt ook variëren met verschillende soorten rijst. Het is dan niet meer zoals het origineel, maar de pokébowl is daardoor niet minder lekker. Neem voor een bewustere keuze bijvoorbeeld zilvervliesrijst of bloemkoolrijst. Wil je variëren? Kies dan voor zwarte rijst, kokosrijst of gemengde rijst. Quinoa en couscous zijn ook prima te gebruiken als basis. Zolang de basis maar warm is en de vis koud, want dat zorgt voor een heerlijk contrast in de mond.
2. Zorg voor koude, verse vis
De tweede laag van je pokébowl bestaat uit blokjes of plakjes verse, rauwe vis. Denk aan zalm, tonijn, makreel, coquilles of zelfs haring. Kies vooral voor lokale vis zodat je zeker weet dat de afstand van hengel tot haven klein is. Geen visliefhebber? Kies dan voor tofu, tempeh en/of vlees.
3. Gebruik een zoute dressing
Zoute sausjes gaan hand in hand met een stevige, vettige vis. Sesamzaad, sojasaus en citroensap vormen een goede basis. Wil je meer pit? Kies dan voor een sriracha- of wasabimayonaise. Chilivlokken en Japanse furikake zijn ook lekker voor een subtiel pitje.
4. Vergeet nóóit een knappertje!
Wat een middelmatige pokébowl onderscheidt van een waanzinnige, is een lekkere krokante topping. Wij noemen: wasabinootjes, cashewnoten, gebakken uitjes, macadamianoten, gefrituurde tuinbonen en zeewier-chips. Varieer er lekker op los en ontdek elke keer een nieuwe favoriet.
Inspiratie nodig? Bekijk onze lekkerste pokébowl-recepten
