Pel de garnalen. Bewaar de schalen en koppen. Zet de gepelde garnalen afgedekt in de koelkast. Maak de wortels, prei, venkel, knoflook en sjalotten schoon en snijd ze in grove stukken.
Begin met de pesto. Pel de knoflook. Maak de lente-uitjes schoon en snijd ze in stukken. Mix alle ingrediënten in de keukenmachine tot een gladde pesto. Snijd de prei in dunne reepjes.
Verwarm de kippenbouillon. Snijd de wortel en prei in grove stukken, pel en plet 2 tenen knoflook, plet de citroengras, snijd een stuk gember en de rode peper in stukken.
Halveer, was en snijd de prei. Schil en snijd de winterpeen in kleine blokjes. Pel en hak de knoflook. Pel en snipper de sjalot. Snijd de peterselie grof. Ris de blaadjes tijm en hak ze fijn.
Halveer de paprika, verwijder de zaadlijsten en snijd in schuine stukjes. Snijd de prei in reepjes. Pel de ui en snijd in halve ringen. Snijd de paksoi en kool in stukjes. Pluk en hak de selderij.
Snijd de kipfilets in blokjes van dobbelsteen formaat. Verhit een scheutje rijstolie of 1 theelepel kokosolie in een wok. Verspreid de kokosolie over de bodem van de wok.
Mossels schoonmaken: Was de mosselen in ruim koud water. Verwijder kapotte of openstaande exemplaren. Verwijder ook de “baard” aan de buitenkant van de schelp.