klassieke panna cotta

Panna cotta: het staat in menig restaurant op de dessertkaart en het klinkt heel chic. Maar eigenlijk is het Italiaanse nagerecht niet veel meer dan gekookte room aangevuld met melk, suiker en gelatine. En soms vanille.

Panna cotta maken is niet moeilijk. Een paar tips:

• Zorgt dat de basisingrediënten goed zijn. 
• Volg het basisrecept: gebruik de juiste verhouding room en gelatine.
• Knijp de gelatine goed uit voor je het toevoegt aan de room.
• Zorg dat de room niet kookt: dan verliest de gelatine zijn werking.

Een panna cotta moet minimaal 3 uur in de koelkast opstijven. Maar het beste resultaat behaal je door 'm een nachtje in de koelkast op te stijven.

Panna cotta kun je goed afgedekt ongeveer 3 dagen in de koelkast bewaren. Je kunt het dessert dus ruim van tevoren voorbereiden. Ideaal voor kerst of andere feestdagen!

Om panna cotta uit zijn vorm te krijgen kun je de timbaaltjes kort in warm water zetten. Of houd heel kort een crème brûlée-brander tegen de bodem.

Panna cotta kun je goed afgedekt ongeveer 3 dagen in de koelkast bewaren. Het afdekken is essentieel om te voorkomen dat het dessert uitdroogt. 

Als panna cotta te vloeibaar is heb je niet genoeg gelatine toegevoegd of de verhoudingen kloppen niet helemaal. Is je panna cotta te stevig, zit er te veel gelatine in. De ideale structuur van panna cotta is zacht, romig en smelt op de tong. Je serveert 'm het beste lichtgekoeld.

Leuke variaties op panna cotta zijn chocolade-pannacotta door gesmolten pure chocolade toe te voegen aan de room. Andere opties zijn citroen- of sinaasappel-pannacotta door rasp van het fruit toe te voegen aan de room. Ook leuk: combineer panna cotta met een fruitgelei om verschillende laagjes te maken.