käsespätzle

Breng een pan met ruim water en wat zout aan de kook. Meng ondertussen de bloem, eieren, 100 ml water en een mespunt zout met een garde in een kom tot een vrij nat deeg.

Leg de Spätzlerasp op de rand van de pan. Schep de helft van het beslag in de Spätzlerasp en haal ‘m van voor naar achteren en weer terug. Er ontstaan nu een soort kleine pastasliertjes die in het kokende water vallen.

Kook de Spätzle circa 1 minuut tot ze naar boven komen drijven. Schep ze met een schuimspaan uit de pan in een vergiet en spoel af met koud water. Herhaal met de rest van het beslag. Bewaar een beetje kookvocht.

Verhit de boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de Spätzle, een scheutje kookvocht en de kaas toe, roer en laat smelten. Breng op smaak met peper.

Snijd de bieslook fijn. Serveer de Käsespätzle met de Röstzwiebeln erop en garneer met de bieslook.

Meng de bloem, paprikapoeder en zout in een kom.

Snijd de uien in dunne ringen van circa 1 mm. Maak de uienringen los van elkaar en haal ze vervolgens door het bloemmengsel.

Verhit de olie in een (frituur)pan tot 180°C. Check met een stukje ui of de olie heet genoeg is (de olie begint dan rondom meteen te bruisen).

Frituur de uienringen in circa 5 minuten goudbruin in de olie. Laat uitlekken op keukenpapier.