Verhit koolzaadolie in een bakpan en bak de ossenstaarten tot ze bruin zijn. Pel en snijd de ui in vieren. Schil en snijd de wortel in plakken van een halve centimeter.
Haal de bladeren van de bladnerf en was ze. Blancheer ze in kokend water met zeezout en spoel direct af met koud water. Knijp al het vocht uit de palmkool en snijd de palmkool ragfijn.