tagliatelle in makkelijke roomsaus met prosciutto

Maak een berg van de bloem met een flinke kuil in het midden (neem eerst 375 gram en voeg als het deeg te nat is meer bloem toe). Breek hierin de eieren en voeg een snuf zout toe. Meng met je vingers of een vork rustig de bloem met het ei. Kneed een elastisch deeg van de pastabloem.

Laat verpakt in de koelkast een uurtje rusten.

Rol het deeg iets uit met een deegroller. Rol vervolgens uit met behulp van de pastamachine (tot stand 3) of deegroller tot een dunne lap. Gebruik bloem tijdens het uitrollen, zodat het deeg niet aan de machine of deegroller blijft plakken. Haal het dan door de tagliatellesnijder. Of bestuif het deeg met bloem en rol het losjes op tot het midden en dan vanaf de andere kant weer tot het midden. Snijd met de hand in linten en laat even rusten. Hang het bijvoorbeeld op aan een bezemsteel.

Haal de tuinbonen uit hun schilletje (dubbeldoppen).

Breng een pan met ruim water aan de kook. Voeg flink wat zout toe en blancheer de tuinbonen 1-2 minuten nét gaar. Schep uit de pan en bewaar het kookwater voor de pasta.

Laat voor de saus 70 gram van de boter smelten. Voeg de room erbij en verwarm. Rasp de kaas boven de pan. Breng op smaak met nootmuskaat, zout en peper.

Pel en snipper de knoflook. Verhit de overige boter in een koekenpan en fruit hierin het bonenkruid met de knoflook.

Boen de citroen en rasp 2-3 theelepels van de schil boven de pan. Voeg de tuinbonen toe. Pers de helft van de citroen erboven uit. Breng op smaak met zout en peper. Scheur driekwart van de prosciutto in stukjes en meng door de roomsaus.

Kook ondertussen de verse tagliatelle 3-4 minuten of kant-en-klare tagliatelle volgens de aanwijzingen op de verpakking.

Houd wat van het kookwater apart. Giet de pasta af en meng met de roomsaus.

Verdeel de tagliatelle met saus over de borden en schep de tuinbonen erop. Leg er een plakje ham op, rasp er pecorino over en bestrooi met peper. Garneer met bonenkruid.