Bladerdeeg
- Snijd de boter in blokjes.
- Meng de bloem met het zout en kneed met het water en de boter tot een deeg. Zorg dat de boterblokjes nog redelijk intact blijven.
- Rol het deeg uit tot een rechthoek van 40 x 15 cm.
- Vouw het deeg in drieën in elkaar. Draai het deegpakketje een kwartslag en rol weer uit tot een rechthoek, vouw wederom in drieën op. Dit is 1 toer.
- Laat het deeg circa 30 minuten rusten en herhaal de toer nog twee keer.
Appelbeignets
- Schil de appels, verwijder de klokhuizen met een appelboor en snijd de appels in 3 plakken van gelijke dikte.
- Meng de suiker met het kaneelpoeder.
- Rol het deeg uit tot een dikte van circa 2 millimeter.
- Steek 24 cirkels uit het deeg met een doorsnede van 10 centimeter.
- Verdeel over de helft van de deegcirkels de plakken appels.
- Vul het gaatje van de appel met een eetlepel kaneelsuiker.
- Bestrijk de zijkanten met water en leg de andere deegcirkel erop. Druk de randen goed aan.
- Verhit de olie tot 180 ºC.
- Bak de appelbeignets circa 6 minuten en laat ze kort uitlekken op keukenpapier.
- Wentel de beignets door de rest van het kaneelsuiker.
0 reacties