Artisjokkensoep
Breng in een grote pan water met zout aan de kook. Snijd de stelen van de artisjokken en kook ze in circa 45-60 minuten gaar. Bewaar het kookvocht.
Trek de bladeren van de artisjokken los en houd deze apart. Verwijder het hooi en de buitenste rand van de schil. Snijd het overgebleven hart in grove stukken.
Pel en snipper de ui. Pel en snijd de knoflook fijn. Verhit een klontje boter in de kookpan en fruit ui en knoflook circa 3 minuten.
Voeg de stukken artisjok toe en fruit even mee.
Schil en snijd de appel in stukken. Hak de kervel grof. Voeg de appel en kervel toe in de pan en fruit even mee.
Blus af met de witte wijn en vul de pan met het kookvocht tot circa 4 centimeter boven de groente.
Pureer het geheel met de staafmixer tot een gladde soep.
Halveer de citroen en pers het sap eruit. Breng de soep op smaak met het citroensap van een halve citroen, zout, versgemalen peper en de extra vierge olijfolie.
Breng de soep opnieuw aan de kook en laat kort doorkoken.
Gefrituurde kappertjes
Verhit olie in een ruime pan tot circa 175 °C.
Laat de kappertjes goed uitlekken en frituur ze in circa een halve minuut krokant in de hete olie. Laat uitlekken op keukenpapier.
Serveren
Schep de soep in een diep bord en garneer met de artisjokbladeren en de gefrituurde kappertjes.
Tip: een artisjok is gaar als je de steel kunt indeuken en je de bladeren er makkelijk uit kunt trekken.
Meld je aan en praat mee