Schorseneer
De schorseneer is in de zestiende eeuw naar Nederland geïmporteerd. Voor de tweede wereldoorlog werd de groente veel gegeten, maar is daarna in de vergetelheid geraakt. Dit komt mede door de bewerkelijkheid. Tijdens het schillen komt namelijk een melkachtig, kleverig sap vrij, dat het schillen bemoeilijkt. Om deze reden wordt de groente ook wel ‘keukenmeidenverdriet’ genoemd. Sinds 1995 begint schorseneer weer aan populariteit te winnen.
De naam schorseneer zou afgeleid zijn van de Italiaanse woorden scorzone, wat zwarte adder betekent en van ‘scorza nera’, zwarte schil. Beide verklaringen verwijzen naar het langwerpige, zwarte voorkomen van de groente. Na het schillen lijkt de schorseneer op een witte asperge. Omdat schorseneer goedkoper is dan asperge heeft de schorseneer de bijnaam ’armeluisasperge’. Om oxidatie tegen te gaan, zodat de schorseneer wit blijft, dient de groente in melk gekookt te worden.
De smaak van schorseneer lijkt op die van knolselderij. Schorseneer is het lekkerst gekookt met een sausje.
Leuk weetje, vroeger werd het sap van schorseneer gebruikt als tegengif bij een slangenbeet.
Wil je koken met schorseneer maar mis je de inspiratie?
- Schorseneren op Vlaamse wijze
- Ovenschotel pasta met schorseneren
- Salade van garnalen, zeekraal, witlof en gefrituurde schorseneren