De perfecte stoofpot maak je zo

  • Laat stukjes vet aan het vlees zitten. Vet komt de smaak ten goede en maakt het vlees malser. Je kunt het vlees voor het serveren uitbenen.
  • Kruid het vlees met peper en zout en wrijf de kruiden in het vlees. Doe dit vlak voordat je het vlees gaat aanbraden, anders onttrekt het zout vocht aan het vlees.
  • Maak de vis eventueel schoon en snijd de vis in grove stukken.
  • Prei, pompoen, paddenstoelen, bonen, tomaten, paprika’s, knolselderij, courgette, rode kool: bijna elke groente is ‘stoofbaar’. En ook fruitsoorten kun je stoven, denk maar aan stoofperen en appels. Maak de groenten (of fruit) schoon en snijd ze in stukken.
  • Bak het vlees, de vis of de groente op hoog vuur aan en blus af met een scheutje water, bouillon/fond, azijn, tomatenpuree, citroensap, wijn, port of bier. De zuren in azijn, wijn, citroensap en tomatenpuree maken vlees en vis nog malser.
  • Verwarm het vocht, voeg nu de rest van het vocht toe en zet het vuur laag. Laat circa 2 – 4 uur stoven met het deksel op de pan. Sommige soorten groente kun je ook korter stoven, prik om de 20 minuten in een stukje groente om te testen of het al gaar is. Het vocht moet maar net in beweging zijn (niet koken dus!). Gaat het te hard? Gebruik dan een vlamverdeler.
  • Je kunt ook stoven in de oven, stel de temperatuur op 175 °C in en zorg ervoor dat je pan en deksel geschikt zijn voor de oven.
  • Gebruik kruiden zoals laurierblad, kruidnagel, rozemarijn, tijm en steranijs om je stoofpot extra smaak te geven.
  • Door het deksel op de pan te houden, sluit je het bereidingsproces af. Zo blijft het vochtgehalte op peil.
  • Gebruik altijd een pan met een dikke bodem, zodat je een optimale warmteverdeling hebt.