1. Licht is het allerbelangrijkste

Fotografeer je eten het liefst bij daglicht. Dan heb je kans op veel mooiere foto’s. Is het toch nét iets te donker voor een mooi kiekje? Een wit of licht voorwerp in de buurt van de foto houden zou kunnen helpen. Denk aan een witte servet of een kaarsje.

Don’t: zo’n flitser op je camera of telefoon is leuk bedacht, maar heeft nog nooit gezorgd voor een mooie foodfoto. Beter niet gebruiken dus.

Miniatuurvoorbeeld

2. Denk na over de hoek waaruit je de foto neemt

Eigenlijk heb je twee opties: helemaal van bovenaf, of schuin van voren. Maar wat is nou de beste keuze? Denk elke keer opnieuw: wat wil ik laten zien? Wil je de mooie lagen tussen een hamburger laten zien, heeft het geen zin om hem van boven te fotograferen, maar kies je juist voor de zijkant.

Ziet er goed uit he, deze hamburger?! Lucky you, het recept vind je gewoon hier.

Miniatuurvoorbeeld

Ook leuk: flat lay. Dit betekent dat je allerlei (eet)voorwerpen in beeld legt en van bovenaf fotografeert. Bijvoorbeeld een gezellige brunchtafel vol heerlijke gerechten. Pak er eventueel een stoel bij zodat je iets hoger staat en het hele geheel overzichtelijk op de foto kan zetten.

Miniatuurvoorbeeld

3. Kies een mooie achtergrond of ondergrond

Niet alleen het gerecht is belangrijk, ook de achtergrond of ondergrond speelt een belangrijke rol. Hout werkt altijd goed, maar je kan ook kiezen voor bijvoorbeeld krant, ovenrooster, bakpapier of gebruik een mooi bord om het gerecht op te leggen. Kijk daarnaast of je nog iets anders in beeld wilt brengen naast het gerecht. Bestek misschien? Of een ander bord? Een glas drinken ernaast? Kan allemaal.

Miniatuurvoorbeeld

4. Trek de aandacht en hou ‘m vast

Jouw foto moet de aandacht trekken en vervolgens even vasthouden. Hoe doe je dat? Er moet iets gebeuren op de foto. Een hand die iets vastpakt, een interessant voorwerp op de achtergrond, olie dat over het gerecht drupt… Wees creatief!

Miniatuurvoorbeeld