Je kan deze salade op twee manieren maken. De eerst is lekker ‘recht toe, recht aan’. De tweede is wat meer sophisticated.
- Haal het bittere hart uit de witlof. Snijd de venkel, witlof, blaadjes munt en appel fijn.
- Snijd een granaatappel doormidden, knijp er even in zodat de pitjes losser komen te liggen en sla met een lepel op de bolle kant de pitjes eruit.
- Doe in een schaal de granaatappelmelasse, (geiten)yoghurt, citroensap, olijfolie en het zout en de witte peper (naar smaak). Klopt dit door elkaar: dit is de dressing.
- Doe alle ingrediënten, behalve de geitenkaas en een handje granaatappelpitjes, bij de dressing. Hussel goed door elkaar zodat de groenten worden bedekt met een laagje dressing.
- Leg op een bord en verdeel als laatste de granaatappelpitjes en geitenkaas in kleine stukjes over de salade.
En dan de iets mooier gepresenteerde variant:
- Haal 4 of 5 mooie bladeren van de witlof af en verdeel die als een waaier over een bord.
- Snijd een mooi gekleurde appel in vier parten en verwijder het klokhuis.
- Snijd de appelpartjes in de lengte door vieren. Leg in ieder witlofblad een stukje appel.
- De venkel moet in de lengte in dunne schijven gesneden worden. Plaats daarvan er steeds één tussen de witlof.
- Snijd de muntblaadjes fijn en strooi die over de salade.
- Halveer de granaatappel en sla met een lepel de pitjes op de salade. Verdeel al laatste de geitenkaas en dressing er netjes overheen.
0 reacties