Vul een ruime kom met water. Halveer een limoen en knijp het sap uit boven de kom. Was de makrelen goed schoon in de kom water. Giet het water af en snijd beide makrelen in mootjes van circa 2 centimeter en dep droog. Halveer de andere limoen en besprenkel de makrelen met het sap. Bestrooi de makrelen met een beetje zout en peper.
Verhit een scheutje olie in een koekenpan en bak de makreel in circa 5 minuten goudbruin. Haal de makreel uit de pan en laat afkoelen.
Pel en snijd de ui in ringen. Pel en snijd de knoflook grof. Snijd de madame Jeanette fijn. Kneus de laurier. Meng de pimentkorrels met de laurier, azijn en water. Voeg de ui, knoflook, beetje zout en madame Jeanette toe en meng alles goed door elkaar. Voeg de makreel toe en roer voorzichtig door het azijnmengsel.
Laat de makreel een nacht in de koelkast staan.
Serveer
Pel en snijd de witte ui in ringen. Snijd het brood in plakken. Halveer de paprika in de lengte, verwijder de zaadlijsten en snijd de paprika in repen. Serveer de stukjes makreel op platte bord en verdeel de uienringen, gesneden rode peper uit de marinade en de paprika erover. Serveer het brood op het bord naast de makreel.
45 min (voor)bereidingstijd
Met een account kan je dit recept beoordelen. Log in of maak een account aan.
0 reacties