- Verwarm de oven voor op 180 ºC.
- Meng in een ovenschaal de krieltjes met een scheut olijfolie en een beetje zout en versgemalen peper. Bak de krieltjes in de oven in circa 15 minuten goudbruin en krokant.
- Meng in een grote kom de bloem, maïzena, bruisend bronwater en een snufje zout. Roer met een garde tot een glad beslag.
- Snijd de kabeljauw in grove stukjes van circa 3 centimeter en wentel ze door het beslag.
- Verhit een laag van 3 centimeter olie in een hapjespan en bak de kabeljauw om en om in circa 6 minuten gaar.
- Schep de kabeljauw voorzichtig uit de pan en laat uitlekken op een bord met keukenpapier.
- Breng een pan met water en een beetje zout aan de kook.
- Verwijder het groen van de radijsjes en halveer ze.
- Snijd de broccoli in roosjes. Kook de broccoli in circa 2 minuten beetgaar. Giet af en spoel koud.
- Meng in een grote kom, al roerend met een garde de azijn met de olijfolie en breng op smaak met een beetje zout en versgemalen peper.
- Meng de radijsjes, broccoli en de veldsla door de dressing.
- Rasp de schil van de citroen en meng met de halvanaise.
- Snijd de citroen in vieren.
- Verdeel de krieltjes, kabeljauw en de salade over borden. Schep er een beetje citroenmayonaise bij. Serveer met de partjes citroen.
0 reacties