Smelt een klont boter in een grote pan. Voeg een eetlepel olijfolie toe zodat de boter niet verbrandt. Kruid het vlees, behalve de rookworst, met zwarte peper en zout. Laat het gebraad en de varkensribben bruin kleuren in de boter. Leg daarna het soepvlees, de varkenspoot en de varkensstaart bij in de pan. Die laatste 3 stukken vlees moeten niet aankorsten. Voeg nu kruiden en specerijen toe: circa 4 blaadjes laurier, 10 takjes tijm, 10 jeneverbessen en 3 kruidnagels. Vul nu de kookpan met water tot het vlees onder staat en zet het vuur zachter. Zet een deksel op de pan en laat circa een uur sudderen. De bereiding moet sudderen, niet koken.
Schil de rapen, wortelen, uien en pastinaken met een dunschiller. Snijd de groenten in grote stukken. Verwijder de nerven uit de palmkoolblaren en hak zowel bladeren als nerven in grote stukken. Spoel de palmkool in ruim water. Doe nu alle gesneden groenten bij het vlees en zet het deksel terug op de pan. Laat een uurtje verder garen.
Schil de aardappelen, snijd ze in grote stukken en voeg ze bij de hutsepot. Laat nog circa een half uur sudderen. Snijd de rookworsten in schijfjes. Versier hiermee de hutsepot. Serveer met mosterd.
Meld je aan en praat mee