pizza met bloemkool en kaas

Meng de gist met 300 ml lauw water, laat 2 minuten staan en doe het water met 500 g van het meel en een flinke snuf zeezout in een grote kom.

Meng alles goed en kneed er op een met meel bestoven werkvlak een zacht en elastisch deeg van.

Wrijf het licht in met olie, leg het terug in de kom, dek het af met een vochtige theedoek en laat het 1 uur op een warme plek rijzen, of tot het volume is verdubbeld.

Pel en snijd de ui intussen in dunne ringen, doe ze met de boter, laurierblaadjes, en een scheutje water in een pan, zet op matig vuur en blijf 10 minuten regelmatig roeren.

Roer er dan eerst 50 g meel, daarna de mosterd en vervolgens de melk door, om er een dunne witte saus van te maken.

Breek de bloemkool in grove stukken, gooi de verlepte blaadjes weg en snijd de steel in dunne plakjes.

Doe alle bloemkool, inclusief de mooie blaadjes in de pan en blijf 30 minuten regelmatig roeren.

Zet de pan van het vuur, rasp er de kaas bij, voeg naar smaak zeezout en zwarte peper toe en laat een beetje afkoelen.

Verwarm de oven tot de hoogste stand voor (240 °C/gasovenstand 9).

Vet een ovenbestendige koekenpan met antiaanbaklaag, of een braadslede van 25 x 35 cm licht in met olie, en druk het deeg er zo in dat het hele oppervlak bedekt is.

Spreid het bloemkoolmengsel op het deeg uit, maar laat rondom een rand van 2 cm vrij, en laat het deeg nog een keer tot het dubbele volume rijzen.

Bak de pizza  25 minuten onder in de oven, of tot het deeg goudbruin en krokant is, en de kaas heerlijk gesmolten.