Iedereen die Popeye kent weet dat échte kracht verborgen zit in een blik spinazie. Een portie van de bladgroente zorgt ervoor dat het stripfiguur zijn rivaal, Brutus, er flink van langs kan geven. Dit zou te maken hebben door het extreme ijzergehalte in spinazie. In hoeverre is dit gestoeld op waarheid? Volgens Tijn Elferink en Rutger Verhoeff had het met een rekenfout te maken.
Rekenfout
Het was hoogleraar Terence J. Hamblin die een rekenfout ontdekte in een eerdere berekening van het ijzergehalte in spinazie. ,,Een Duitse wetenschapper had bij het ijzergehalte van spinazie de komma verkeerd geplaatst. Daardoor ontstond het idee dat spinazie héél veel ijzer bevat.'' Spinazie bevat alsnog relatief veel ijzer: zo'n 2,4 mg per 100 gr. ,,Het mineraal speelt vooral een rol bij de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Voor spiermassa heb je vooral eiwitten nodig.''
Vitamine A
En Popeye dan? Die bleek spinazie niet te eten voor het vermeende hoge ijzergehalte. Popeye-fan Mike Sutton ontkrachtte deze fabel aan de hand van een cartoon waarin Popeye de échte reden uitlegt waarom hij spinazie eet. ,,Niet vanwege het ijzergehalte, maar vanwege vitamine A. Vitamine A is van belang voor onder andere groei, een gezonde huid en het afweersysteem. Niet voor spieropbouw. Sutton denkt dat het grote publiek Popeyes brede armen is gaan associëren met ijzer'', wordt in het boek beschreven.
Het boek Kusje erop (ISBN: 9789400512597) bevat nog 69 andere gezondheidsmythes en is hier te bestellen
