Van de ene naar de andere ambacht. Hugo ontkomt niet aan de prachtige lokale producten die gemaakt worden met passie. Op de boerenmarkt in Saint-Martin-de-la-Brasque ontmoet hij de lokale bevolking, die net zo gedreven is als de makers van deze producten.

Gele goud

Na het harde werk dat Hugo heeft verricht in de vorige aflevering is hij bijna klaar met zijn vakantiebaantje bij François. Hugo heeft de koeien gemolken, naar binnen gehaald en de melk omgetoverd tot kaas. Als bedankje wordt Hugo’s naam op zijn zelfgemaakte kaas gezet. Het komt waarschijnlijk door het slaaptekort, maar Hugo moet een traantje wegvegen. Je denkt dat de kaas hem inmiddels de neus uitkomt, maar hij sluit de dag af met een aardappeltje, augurkje en natuurlijk Raclette.

Hugo's naam wordt in de zelfgemaakte kaas gezet.

Oui? Oui... Oui!

Hugo verlaat François met pijn in zijn hart. Maar nu mag hij aan de slag op de geitenboerderij van Thierry. Hugo haalde op de middelbare school een onvoldoende voor Frans, en Thierry kan geen woord Engels. Gelukkig kom je met het woordje ‘oui’ ver genoeg. Zodra de geiten gemolken zijn, wordt de melk overhandigd aan Sophie, de vrouw van Thierry. Zij verwerkt deze tot geitenkaas. Tussendoor krijgt Hugo de eer om één van de pasgeboren kaasmakertjes een naam te geven. Hij vernoemt het geitje naar zijn lieftallige collega Froukje.

Hugo leert van Thierry hoe hij geiten moet melken.

Marché des producteurs

Hugo is in Saint-Martin-de-la-Brasque. Midden in de Provence loopt hij een dagje mee op de Marché des Producteurs, oftewel de boerenmarkt. Er is weinig tijd om voor te bereiden, want de eerste klanten staan al te popelen om de kaas van Thierry en Sophie te kopen. Gelukkig leert Hugo snel wat Franse verkoopleuzen die hij kan gebruiken. Als échte stagiair wordt hij meteen in het diepe gegooid. Hierdoor leert hij al gauw de fijne kneepjes van het vak en lijkt het alsof hij al jaren op de markt staat. De passie die Thierry en Sophie in hun producten stoppen, is duidelijk te zien. De producten verkopen razendsnel en de lokale bevolking spreekt enthousiast over ze.

Hugo verkoopt geitenkaas op de boerenmarkt.

Lokale lunch

Hugo heeft als stagiair beloofd een lekkere lunch op tafel te zetten. Voor de verse producten hoeft hij niet ver te zoeken. Van olijfolie, die vijf kilometer verderop is gemaakt tot een hele truffel van slechts 8 euro. Hugo’s geluk kan niet meer op. Hij begint te koken en al snel verzamelt zich een publiek. De liefde die in het maken van de lokale producten zit, is terug te vinden bij de dorpelingen. Eén voor één helpen ze Hugo met het bereiden van het eten. De lunch wordt daardoor iets uitgebreider dan verwacht. Gelukkig, want zo kan iedereen aanschuiven. Zoals Hugo zegt: “Franser dan dit wordt het niet”.

Hugo geniet samen met de lokale bevolking van het eten dat zij hebben gemaakt.