Babi pangang met atjar

Verwarm de oven voor op 180 °C.  

Schroei de haartjes aan de vetkant van het buikspek weg. Marineer het vlees door de vleeskant goed in te wrijven met de Chinese kookwijn, witte peper, 5 spices en een snuf zout.

Prik vervolgens met een scherp mes of een vleesprikker zoveel mogelijk gaatjes in de vetkant van het buikspek. Smeer in met witte-wijnazijn.

Leg het buikspek met de vetkant naar boven op een groot vel aluminiumfolie. Vouw de randen van het aluminium folie zo strak mogelijk om het vlees heen als een soort ovenschaal. Plaats in een diepe ovenschaal en bestrooi met het grove zeezout. Bak voor 60 min op 180 °C.

Haal het buikspek uit de oven en schraap het zeezout eraf. Zet de oven op de grillstand en grill 20-30 minuten tot de vetkant super knapperig en krokant is.

Rasp de knoflook en de gember. Verhit de zonnebloemolie in een steelpannetje. Fruit de knoflook en gember aan.  

Voeg de azijn, ketjap, ketchup en suiker toe en roer het geheel goed door. Verwarm tot de suiker is opgelost en laat een beetje inkoken. Draai dan het vuur uit en laat licht afkoelen. 

Snijd het kroktant gebakken buikspek in dunne reepjes en verdeel over de borden. Lepel de saus over het spek. Serveer met de atjar en een schep witte rijst.  

Snijd de spitskool en wortel in reepjes. Snijd de bloemkool in roosjes. Snijd de komkommer in halvemaantjes. Pel en snipper de sjalot en snijd de rode peper in ringen.

Verhit een scheutje olie in een steelpan en fruit de kurkuma en gemberpoeder. Voeg de azijn en suiker toe en wacht tot de suiker volledig is opgelost.

Voeg de sjalot, rode peper, bloemkool, spitskool, wortel en komkommer door het azijnmengsel en roer goed door. Zet opzij en laat afkoelen.