
Saoto is misschien wel de meest gewaardeerde soep van de Surinamer. En de multi-culturele koker (of afhaler) weet dat je bij de Indische toko een soortgelijke soep eet, die bovendien naar bijna exact dezelfde naam luistert: soto. Waar komt de soep oorspronkelijk vandaan? En wat is het verschil in smaak?
Voor het antwoord op die eerste vraag duiken we de geschiedenisboeken in. Terug naar het Indonesië van 1890, rond deze tijd trokken Javaanse contractarbeiders naar Suriname om te werken. Door afschaffing van de slavernij waren daar buitenlandse mankrachten nodig om te werken op de plantages. Zo brachten de Javanen de Indische keuken mee naar Suriname.
Gelijkenissen
De soepen bevatten nagenoeg dezelfde ingrediënten. De bouillon wordt getrokken van kip en in de boemboe zitten knoflook, sjalotten, citroengras, korianderzaad, salamblad, laos. Als topping hebben beide soepen een gekookt eitje en taugé en ze kennen een gelijke bereidingswijze.
Verschil
Toch zijn er verschillen. In soto zit geelwortel. Dat zorgt voor de kenmerkende gele kleur. Ook vind je in soto-recepten kemirinoten, terwijl dit ingrediënt niet in saoto te vinden is. Soto serveert men met gekookte aardappel en lontong, terwijl in saoto doorgaans aardappelchips, rijst en gebakken uitjes zitten. Ook staan in de meeste saoto-recepten maggieblokjes en pimentkorrels als ingrediënt.
Wie na het lezen hiervan onwijs zin heeft gekregen in een lekker kopje soto of saoto valt met zijn neus in de boter. Proef zelf het verschil, want wij hebben voor beide soepen de recepten. ;)

Saotosoep uit Suriname
Deze Surinaamse saotosoep bevat de Surinaamse ingrediënten als gebakken uitjes en aardappelchips.

Soto Ayam van oma Emmy
In deze Indische soto zit het - voor de Indische variant typerende - ingrediënt geelwortel (koenjit).