Dit artikel is eerder verschenen op AD Koken & Eten. Meer culinair nieuws? Kijk dan hier.

In tegenstelling tot de mens kunnen dieren zich niet bij de verwarming nestelen of een wollen trui aantrekken als ze het koud hebben. Bovendien houden zij een winterslaap waarvoor ze een energievoorraad aan moeten leggen. Zij hebben dus redenen genoeg om een speklaagje te kweken. Voor ons geldt dat uiteraard niet. En toch eten wij op winterse dagen óók meer dan noodzakelijk.

,,De neiging om meer te eten zodra de temperatuur het vriespunt nadert, is grotendeels te verklaren door het koude-effect”, legt diëtiste Sanne Mouha uit. ,,Ons lichaam wil een stabiele lichaamstemperatuur aanhouden. Een te hoge temperatuur, zoals bij koorts, is niet oké, maar een te lage ook niet. In de winter heeft het lichaam door de kou meer energie nodig om die temperatuur op peil te houden. Als we meer eten, komt er meer warmte vrij, wat een daling van onze kerntemperatuur (37 graden Celsius) tegengaat. Het grote nadeel daarvan is dat we in de winter aangezet worden om vetter en meer te eten dan goed voor ons is.”

Gelukshormoon

Ook het ‘gelukshormoon’ serotonine zou in dat mechanisme een rol kunnen spelen. In de winter maakt ons lichaam daar namelijk minder van aan, wat ervoor kan zorgen dat je je minder snel voldaan voelt. ,,Het gevolg laat zich raden. Je hebt de neiging om te overeten en blijft met een hongergevoel zitten.”

Wat uiteraard ook niet helpt om toch te kiezen voor dat bakje sla is onze hang naar gezelligheid en warmte tijdens de donkerste maanden van het jaar. ,,De verleiding om elke avond voor de tv op de bank te hangen, is groot”, zegt Mouha. ,,En daar hoort dan meestal een kommetje comfortfood bij, meestal vetrijke smaakbommen.”

Toch is niet iedereen even vatbaar voor het ‘wintereffect’. ,,Vrouwen hebben het sowieso sneller koud dan mannen”, aldus Mouha. ,,Sommige mensen zijn ook gevoeliger voor de voortdurende confrontatie met bijvoorbeeld sinterklaasfiguurtjes van chocola en kerststollen, en de ene persoon is actiever dan de andere. Op zich is het niet zo erg om tijdens de winter één of twee kilootjes aan te komen, zolang die er in de zomer weer afgaan. Maar daar zit het addertje: dat is voor de meeste mensen niet zo simpel.”

Regelmaat

Dat speklaagje voorkomen is dus makkelijker dan het er achteraf weer afwerken. ,,De oplossing om ook in de winter op gewicht te blijven, is om zoveel mogelijk regelmaat in je maaltijden te steken en op vaste tijdstippen te eten”, zegt de diëtiste. ,,Kies voor warme drankjes als thee en warme melk en warme gerechten: warme havermout als ontbijt, een soepje tussendoor, gebakken appels als snack. Ze geven een voldaan gevoel. Wil je toch iets vettigs op je bord, ga dan voor gezonde vetten. Eet vette vis, zoals zalm of makreel, en vergeet worsten en spek. Mager vlees kan wel (zie hieronder voor de vetgehaltes, red.). Eet ook elke dag een handjevol noten. Die geven niet alleen extra crunch, maar zorgen er ook voor dat je meer gaat kauwen, wat je gevoel van verzadigd zijn ten goede komt. Vervang boter door olijf- of koolzaadolie, en wees er zuinig mee. Olie bevat gezonde vetten maar ook veel calorieën.”

,,Wat ook helpt, is (licht) pikant eten, want daar krijg je vanzelf een warm gevoel van. De Indische en Thaise keuken zijn behoorlijk pittig en licht tegelijk, waardoor de calorieën beperkt blijven. En kan je de stoofpotjes toch niet laten: maak er dan een met veel groenten. Die hebben hetzelfde hartverwarmende effect als lasagne met gehakt en mozzarella, maar zonder het extra vet.”

Bibberen maar

Eén voordeel aan de winter: hoe kouder het wordt, hoe meer we bibberen. Dat is goed nieuws, want door dat te doen, verbrand je calorieën en verbeter je je stofwisseling. ,,Bibberen is immers een poging van ons lichaam om warm te blijven. Uit onderzoek blijkt dat ons lichaam daarbij het hormoon irisine vrijgeeft”, zegt Mouha. ,,Dat stimuleert ons vetweefsel om warmte te produceren, zodat ons lichaam zijn temperatuur kan behouden. Zet dus gerust die verwarming een graadje lager.”

Wat kun je beter wel en niet eten als je wil voorkomen dat je in de winter te veel aankomt? 

Vis, schaal- en schelpdieren

Zeer mager
Griet
Kabeljauw
Koolvis (polak)
Noordzeetong
Pladijs , rog
Schelvis
Snoek(baars)
Victoriabaars
Wijting
Zeeduivel
Zeepaling
Scampi
Gamba
Langoustine
Rivierkreeft
St. Jacobsvrucht

Mager
Haringhaai
Karper
Inktvis, pijlinktvis
Roodbaars
Schar, tarbot
Tongschar
Tonijn
Zeewolf
Grijze garnalen
Krab
Kreeft
Mosselen
Oester

Vet
Forel
Haring
Heilbot
Makreel
Paling
Sardines
Sprot
Zalm
Gerookte vis

Welke vetten wel/niet?

Er bestaan drie soorten vetten. Welke je eet, scheelt weinig voor je gewicht, maar véél voor je gezondheid.

Transvetten: liever niet

Zitten in verwerkte producten, zoals koeken, cake, gebak. Deze vetten eet je het best helemaal niet, al kan één koekje nu ook weer niet zoveel kwaad.

Verzadigde vetten: met mate

Zitten in dierlijke producten zoals spek, worst en ander vet vlees, maar ook in boter, room en volle melkproducten. Je mag ze eten, maar met mate.

Onverzadigde: zeker

Zitten in plantaardige producten zoals avocado, vis, noten en olijfolie. 

Boter of margarine?

Hét verkoopargument van margarine is dat het minder vet en calorieën bevat dan boter en dat het daardoor gezonder is. Maar nu we almaar meer onbewerkt voedsel op ons bord willen, wint echte ‘boerenboter’ weer aan populariteit. ,,Boter is gemaakt van melk, maar margarine van plantaardige oliën”, legt Mouha uit. ,,Het klopt dat vroeger bij de productie veel ongezonde transvetten vrijkwamen, maar dat productieproces is inmiddels zodanig aanpast dat de hoeveelheid transvetten veel is afgenomen. Je kan stellen dat margarine zich ergens tussen boter en olijfolie bevindt. Het bevat niet zoveel vet als boter, maar omdat het om een bewerkt product gaat, is het nog altijd minder gezond dan olijfolie.”