Bij de Romeinen kreeg de perzik de naam 'Perzische appel' omdat het fruit, lijkend op een appel, via Perzië in hun gebied terecht kwam. Het grote, uiterlijke verschil tussen beide is dat de perzik een zacht, fluweelachtige schil heeft. Die overigens gewoon eetbaar is! De nectarine is daarentegen glad en glanst. 

Van perzik naar nectarine

De Latijnse naam voor een perzik is prunus persica. Een nectarine heet prunus persica nucipersica. Zoals je kunt zien aan de naamgeving komen de beide steenvruchten dan ook uit dezelfde familie. Dat zit zo: de nectarine is ontstaan door een natuurlijke genmutatie van de perzik waarbij het zijn haren verloren en een gladde schil overbleef. 

Verder zijn de vruchten haast identiek aan elkaar: ze zijn even groot, bevatten grotendeels dezelfde voedingsstoffen en zijn rijp even zoet. Wel is de nectarine minder kwetsbaar dan een perzik én zit de pit van de nectarine niet direct verbonden aan het vruchtvlees. 

En een abrikoos?

Een andere steenvrucht die nog weleens voor een perzik kan worden aangezien is de abrikoos. Deze heeft dezelfde fluweelachtige schil. Echter is de abrikoos kleiner en geler. Ook merk je direct het smaakverschil wanneer je een hap neemt. De abrikoos smaakt droger en zuurder.