Wat maakt een knakworst een knakworst?

De knak. Daar is de worst immers naar vernoemd. Deze knak hoor je wanneer je de worst afbijt of breekt en komt door het gebruik van een natuurdarm. Om een échte knakworst te maken wordt een stukje darm gevuld met gemalen en gekruid vlees en daarna gerookt.

Bij de knakworst wordt hier specifiek gebruik gemaakt van een stuk dunne darm van een schaap, de schapensnaar genoemd. De schapensnaar is erg compact waardoor het een knakkend geluid maakt wanneer je 'm breekt. En juist deze darm, of een natuurdarm in het algemeen, mist bij de supermarktknakworsten. 

Schapendarm vs rundercollageen

Waar worden knakworsten uit de supermarkt dan van gemaakt? Rundercollageen. Collageen wordt gemaakt van huidvezels die worden geëmulgeerd tot pap en verdund totdat het verneveld kan worden. Een knap staaltje techniek dus. De knakworsten uit de fabriek worden 'gecoat' in dit collageen en krijgen hierna een pekelbad waardoor het collageen strak om het worstje krimpt. En dit hele dunne jasje knakt uiteraard niet.

Separatorvlees

Daarnaast bevatten sommige knakworsten niet eens vlees. Je leest dan op het etiket 'mechanisch geprepareerd vlees'. Dit is separatorvlees dat wordt geperst van botten. Het is een substantie die overblijft aan de botten nadat het vlees eraf is gesneden. Vaak bestaat dit uit resten spierweefsel die aan de beenderen zijn blijven zitten.

Wil je nu een échte knakworst eten? Deze koop je bij de slager óf zoek nauwlettend op de verpakking uit de supermarkt naar 'schapensnaar' op het etiket. Dan weet je dat je goed zit.