1. Draai de hamburger één keer om

Door constant te draaien verliezen beide hamburgerzijdes warmte. Voor een knapperige structuur is het belangrijk om spaarzaam te zijn met je spatelgebruik. Wanneer is het dan tijd om te draaien? Experts geven twee indicatoren: wanneer de burger niet meer 'plakt' aan het oppervlak óf wanneer je de zijkanten van de burger ietwat ziet slinken. Uiteindelijk is dit een kwestie van oefenen.

2. Druk niet op de burger tijdens het bakken

Een echte no-go volgens chefs. Druk nooit, maar dan ook nooit op de hamburger wanneer hij op de grill ligt. Door te drukken met je spatel, of de burger in te snijden verlies je de vleessappen. Dit resulteert in een gort-droge burger.

3. Blijf niet te lang hangen

De sappen van de hamburger wil je 'vangen' door het vlees eerst op hoog vuur te grillen. Hierna is het belangrijk om de burger te verplaatsen naar een minder hete plek op de grill of de temperatuur te verlagen. Gaar de burger hier kort want let goed op, een burger is binnen no-time klaar. 

4. Laat rusten

Dit geldt voor elk vlees dat rosé gegeten wordt. Deze vleessoorten moeten rusten na het grillen. Hierdoor zullen de vleessappen zich vanuit de kern verspreiden, wat het zijn malse structuur geeft. Wanneer je het vlees direct van de warmtebron opensnijdt loopt het vocht er uit. En dit resulteert opnieuw, in een gort-droge burger.