Op het Groningse platteland zijn de weersomstandigheden soms extreem. De wind kan flik tekeer gaan op de grote vlaktes, en de striemende regen maakt dat de landarbeiders een stevig maal nodig hadden.
Wotter an wind met mosterdstip is zo’n gerecht. Een kruidige stamppot van kool met de traditionele Groninger metworst en een saus van Groninger mosterd maakt dit gerecht tot een echt Gronings streekgerecht!
Aardappels
Breng een pan met water en een beetje zout aan de kook. Schil en snijd de aardappels in vieren. Kook de aardappels in circa 15 minuten gaar. Giet de aardappels af, bewaar circa 200 ml kookvocht voor de mosterstip en stoom ze droog. Verwarm de melk. Pureer de aardappels met een pureestamper en maak smeuïg met de melk.
Wotter an wind
Snijd de witte kool in dunne repen. Pel en snipper de ui. Verhit de boter in een pan en bak hierin de kool en ui circa 3 minuten. Voeg het water toe, leg de deksel op de pan en stoof de kool in circa 15 minuten zacht. Snijd de Groninger metworst in zo klein mogelijke blokjes. Voeg circa de laatste 5 minuten de metworst toe. Giet af. Roer de kool door de aardappelpuree en breng op smaak met nootmuskaat en een beetje zout en peper.
Mosterdstip
Breng het aardappelkookvocht weer aan de kook. Roer de Groningse mosterd erdoor. Meng in een kommetje een scheutje water met de maïzena en roer door de saus.
Speklapjes
Snijd de speklapjes in reepjes. Verwarm een pan en bak de speklapreepjes in circa 10 minuten goudbruin en krokant. Laat de speklapjes uitlekken op een bord met keukenpapier.
Serveren
Serveer de wotter an wind met mosterdstip. Bestrooi met de uitgebakken speklapreepjes en wat zilveruitjes.
0 reacties