Bretonse vissoep
-
Was en controleer de mosselen en bewaar ze in de koeling. Verwarm ondertussen de oven voor op 200 °C.
-
Fileer de vissen. Bewaar de filets apart in de koelkast. Hak de visgraten in stukken. Hak de strandkrabben in tweeën. Leg de visgraten en krab op een bakplaat, besprenkel met olie en bruineer ze circa 10 minuten in de voorverwarmde oven.
-
Pel de uien en knoflook. Snijd de ui, peen, prei, bleekselderij, venkel en knoflook in grove stukken. Verwarm een soeppan met een scheutje olie en fruit de groenten.
-
Voeg de visgraten en strandkrabben toe. Voeg ook laurier en tijm toe. Blus het geheel af met witte wijn en pernod en vul aan met water tot alles onder staat. Voeg wat zout toe.
-
Laat de soep 45-60 minuten op laag vuur trekken. Verwijder de tijm en laurier.
-
Maal de soep met visgraten en al in de blender. Zeef de soep boven een schone pan. Breng de soep op smaak met een beetje chilipoeder en zout. Voeg nu ook de mosselen en visfilets toe en kook ze circa 5 minuten in de soep. Rooster ondertussen het brood. Hak de peterselie fijn.
-
Serveer de soep in een diep bord en maak de soep af met wat Hollandse garnalen, peterselie en een klontje boter. Serveer met geroosterd brood.
0 reacties