- Kneed de bloem, water, gist en de suiker tot een soepel deeg en laat in een kom, afgedekt met een schone theedoek, circa 10 minuten rijzen.
- Pel en snipper de sjalot. Pluk de makreel van de graat. Rasp de helft van de limoenschil over de makreel en pers er een beetje sap over uit. Snijd de bieslook fijn.
- Meng voor de makreelvulling de makreel met de bieslook, sjalot, sesamolie en sojasaus.
- Bedek de bodem van een stoommandje met bakpapier. Verdeel het deeg in gelijke porties van circa 50 gram en rol er balletjes ter grootte van een pingpongbal van. Maak met 2 duimen een kuiltje in het deegballetje, zodat er een bakje ontstaat. Schep er een lepel makreelvulling in. Vouw het deeg om de vulling en plak, indien nodig, dicht met water. Leg de bolletjes op het bakpapier in de stoommand en laat circa 1 uur rijzen.
- Breng een pan water, waar de stoommand op past, aan de kook. Zet de stoommand erop en stoom de bapao in circa 15 minuten gaar.
Je kent ’m vast uit het vriesvak: het broodje bapao. Maar wist je ook dat je deze gestoomde broodjes gemakkelijk zelf kunt maken? Tip: maak er wat meer en vries ze in.
0 reacties