apfelstrudel

Was de rozijnen drie keer met warm water en laat ze daarna 15 minuten in warm water weken. Giet ze af en laat ze een paar uur uitlekken.

Leg ze bijvoorbeeld op een met bakpapier bekleed dienblad en laat ze tot de volgende dag aan de lucht drogen.

Meng de volgend dag gedroogde rozijnen met de fijne kristalsuiker en de kaneel. Voeg de schijfjes appel, het paneermeel en amandelschaafsel toe.

Zeef de patentbloem en maak een kuiltje in het midden. Doe het zout, ei, de zonnebloemolie en het lauwwarme water met de azijn in het kuiltje. Meng tot een samenhangend, glad deeg.

Halveer het deeg. Vet de deegballen in met wat olie en laat ze op een warme plek (25 °C) onder een stuk plasticfolie rusten.

Leg een groot stuk laken op het werkblad en bestrooi met bloem. Verwarm de oven voor tot 180 °C.

 Rol een van de deegballen uit tot een rechthoek. Rol het deeg zo dun mogelijk uit. Het moet bijna transparant zijn. Leg er een krant onder en kijk of je die kunt lezen.

Bestrijk het deeg voorzichtig met de gesmolten roomboter of gebruik je handen om de roomboter erin te wrijven. Laat 5 minuten intrekken.

Trek heel voorzichtig aan de lap deeg om de lap nog groter te maken. Doe dit met de bovenkant van je handen en armen zodat je er geen gaten in maakt met je vingers of nagels. Snijd het deeg tot een mooie rechthoek.

Leg het appel-rozijnenmengsel op de deeglap. Rol het deeg met behulp van het laken op en begin aan de kant die het dichtst voor je ligt.

Leg de strudel met de naad naar beneden op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrijk met gesmolten roomboter.

Bak de strudel in circa 40 minuten gaar en goudgeel in de oven. Bestuif de strudel voor het serveren met poedersuiker.