Spaghetti met witlof en venkelworst

Maak een berg van het meel op het aanrecht en maak een kuil in het midden. Breek de eieren erin en voeg het zout toe.  

Klop de eieren met een vork los en meng beetje-bij-beetje het meel van de rand naar binnen.  

Kneed met de hand 10 minuten tot het deeg soepel en elastisch is. Het deeg mag niet meer plakken.

Wikkel het pastadeeg in plasticfolie en laat minstens 30 minuten rusten (leg het deeg in de koelkast als je het langer laat rusten). 

Bestuif het aanrecht met meel. Verdeel het pastadeeg in 4 stukken en rol die heel dun uit. Gebruik hier eventueel de pastamachine voor. 

Rol het uitgerolde pastadeeg op en snijd tot dunne spaghettislierten of draai er spaghetti van met de pastamachine. 

Span een waslijntje of gebruik een pasta-droogrekje om de spaghetti minstens 15 minuten te laten drogen. 

Pel en snipper de ui en snijd de knoflook in dunne plakjes. Halveer de witlof, snijd de harde kern eruit en snijd in grove stukken. 

Verhit een koekenpan en rooster de walnoten. Schep uit de pan.  

Breng voor de spaghetti een pan met ruim water aan de kook.  

Verhit een scheutje olie in een braadpan. Pers het worstvlees uit de worst en bak in de pan bruin en gaar. Voeg de gesneden ui en knoflook toe en laat 2-3 minuten zachtjes meebakken. 

Voeg royaal zout toe aan het kokende water en kook de verse spaghetti in 2-3 minuten beetgaar (al dente). 

Voeg de witlof toe aan de braadpan en roerbak een paar minuten mee. 

Giet de spaghetti af en meng met de worst en witlof. Breng op smaak met citroenrasp, zout en peper. 

Verdeel de spaghetti met witlof en worst over de borden en garneer met dotjes ricotta, de geroosterde walnoten en rasp er Parmezaanse kaas overheen.