pecan-petitfours

Verwarm de oven voor op 210 °C (hetelucht). Rooster de pecannoten op een met bakpapier beklede bakplaat voor 5 minuten in de oven of in een droge koekenpan.  

Maak nu de gebruinde boter. Verwarm de boter op laag vuur in een pannetje op het vuur. Laat pruttelen tot je bruine puntjes in de boter ziet. Zet het weg in de koelkast om af te koelen. 

Doe de eieren met de rietsuiker in de keukenmachine en klop helemaal luchtig. Voeg de honing toe en mix nog even rustig door. Zeef nu eerst de bloem, zout, bakpoeder en kaneel en meng door. Voeg het toe aan je eieren en spatel het erdoorheen. Voeg de gebruinde boter in delen toe en spatel het erdoorheen. Hak de geroosterde pecannoten fijn en meng door het beslag. 

Smeer het biscuit op een ingevette en met bakpapier beklede rechthoekige platte bakvorm van 20x30x5. Het biscuit moet ongeveer 3 cm hoog zijn. 

Bak het biscuit in 7 à 10 minuten goudbruin.  

Kook de slagroom tot er kleine bubbeltjes ontstaan. Doe de chocolade in een kom en giet de hete room hierop. Roer goed door. Verwarm eventueel au-bain-marie wanneer er nog stukjes niet goed zijn gesmolten. Laat helemaal afkoelen. Eerst op het aanrecht en dan in de koelkast. De ganache moet echt goed koud zijn. 

Klop de afgekoelde ganache voor enkele secondes op met de mixer. Doe de ganache in een spuitzak met glad spuitmondje nummer 10 en bewaar in de koelkast. 

Rooster de pecannoten op een met bakpapier beklede bakplaat en rooster voor 10 min in een oven van 180 °C (hetelucht). 

Doe de suiker en het water in een pannetje en maak een lichte karamel. Let op dat het niet verbrandt. 

Giet de karamel op de pecannoten op de bakplaat en laat hard worden. Als het helemaal hard is, doe het in de keukenmachine en hak tot kleine stukjes.  

Steek rondjes van 5 cm uit het afgekoelde biscuit. Spuit bolletjes ganache op de biscuitrondjes. Maak met een meloenboor of een kleine lepel een kuiltje in de ganache. Doe het pecankrokant in het kuiltje. Decoreer eventueel nog met nootjes aan de zijkant.