Pindasaus
-
Pel en snipper de sjalot en snijd de knoflook en rode peper fijn voor de pindasaus. Snijd de gember in plakjes. Pureer de sjalot, knoflook, peper en gember. Kneus het citroengras en draai er een knoop in.
-
Verhit een scheutje zonnebloemolie in een kleine steelpan en fruit de ui, knoflook, peper, gember, citroengras, korianderpoeder, en salamblad. Blus dit af met de kokosmelk. Voeg het groentebouillonblokje toe.
-
Zet zodra de kokosmelk kookt de pan op laag vuur. Voeg dan lepel voor lepel de pindakaas toe. Breng op smaak met bruine suiker en citroensap.
Nasi goreng
-
Zet een ruime pan water op het vuur en breng aan de kook. Was ondertussen in een zeef de rijst met koud water tot het water helder is. Zet de rijst op met koud water met net een vingerkootje boven de rijst. Voeg als het water kookt een beetje zout toe en zet het op lager vuur. Kook de rijst met een deksel op de pan tot het vocht is opgenomen.
-
Zet daarna het vuur uit en laat de rijst nog 15 minuten in de pan droogstomen. Bewaar afgedekt in de koelkast.
-
Verhit een scheut zonnebloemolie in een ruime bakpan. Voeg hieraan een grote eetlepel kerriepoeder toe en bak kort. Voeg daarna de rijst toe. Meng goed door en bak daarna aan.
-
Snijd ondertussen de paprika in blokjes, de prei en bosui in ringen. Bak de paprika, prei, bosui en hamblokjes mee met de rijst.
-
Maak de nasi goreng af met een lepel roomboter en bak dit kort mee.
Nasi goreng afmaken
-
Bak 4 eieren in een andere pan in een scheut zonnebloemolie.
-
Serveer de nasi goreng met een gebakken ei, pindasaus, kroepoek, gebakken uitjes en zilveruitjes.
0 reacties