pasta pesto met pangrattato

Breng 2 pannen met water en zout aan de kook.

Kook in 1 pan de tuinbonen volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Spoel koud en dubbeldop ze.

Snijd de korsten van de boterhammen.  Rooster eerst even in de oven (of broodrooster).

Pel 1 teen knoflook en snijd grof. Rasp de Parmezaanse kaas.

Doe de basilicumblaadjes in de keukenmachine met de knoflook, 75 gram Parmezaanse kaas, de geroosterde boterhammen, een scheutje water en een royale scheut olijfolie. Pureer tot een pesto. Breng op smaak met peper, zout en eventueel wat suiker.

Kook de fusilli in de tweede pan kokend water al dente. Voeg in de laatste minuten de gedopte tuinbonen en doperwten toe. Giet af en bewaar wat van het kookvocht.

Meng de fusilli, erwten en tuinbonen met de pesto en het kookvocht.

Verdeel de pasta pesto over de borden. Garneer met de rest van de Parmezaanse kaas, wat olijfolie en eventueel pangrattato.

Rooster 3 sneden brood eerst even in de oven (of broodrooster).

Pel en snijd 1 teen knoflook. Maal het geroosterde brood in de keukenmachine met de knoflook en wat zout.

Doe het broodkruim met een scheut olijfolie in een grote koekenpan. Rooster op laag vuur krokant.

Verwarm de oven voor op 220 °C.

Doe de paprika’s in een ovenschaal, schenk er wat olie over en rooster ze in de oven tot het vel geblakerd is.

Haal de paprika’s uit de oven, dek de schaal af met aluminiumfolie en zet 10 minuten apart.

Ontvel de paprika’s. Verwijder de zaadlijsten, scheur of snijd ze in stukken.

Scheur de burrata in stukken en leg met de paprika’s op een schaal. Lepel wat pesto erover en besprenkel met olijfolie.