jägerschnitzel met speckkraut en bakaardappels

Halveer de spitskool. Snijd daarna in kwarten en verwijder de harde kern. Snijd de spitskool in reepjes. Snijd het spek in reepjes.

Smelt de boter in een pan en bak het spek circa 3 minuten. Voeg de suiker toe en laat deze rustig en al roerend karamelliseren. Blus af met de azijn en daarna met de bouillon. 

Voeg de gesneden kool en het laurierblaadje toe en laat met deksel op de pan circa 30 minuten smoren. 

Breng een pan water aan de kook. Was en halveer de krieltjes en kook deze circa 6 minuten. Giet af en laat ze even goed uitwasemen.

Smelt de roomboter in een koekenpan. Plet en pel de knoflook en laat deze 2 minuten bakken in de warme roomboter. Voeg de krieltjes en de tijm toe en bak circa 15 tot 20 minuten. Breng op smaak met zout en peper.

Voeg water toe aan de gedroogde morilles van de paddenstoelensaus zodat ze net onder staan voor de paddenstoelensaus. Week ze voor circa 30 minuten in koud water.

Snipper de sjalot en snijd de knoflook fijn. Maak de paddenstoelen, indien nodig, schoon met een borsteltje of keukenpapier.

Smelt de boter in een pan en bak de sjalot en de knoflook circa 2 minuten. Voeg de cantharellen (of andere paddenstoelen) toe en bak nog circa 2 minuten.

Blus af met wijn en laat deze verdampen. Schenk de slagroom erbij. Voeg het laurierblaadje, tijm en de geweekte morilles met het weekvocht toe. Laat doorkoken tot het voor de helft is ingekookt. Breng de saus eventueel op smaak met peper en zout.

Bestrooi het vlees met peper en zout en wentel de schnitzels eerst door de bloem, dan door het ei en als laatst door het paneermeel.

Smelt de geklaarde boter in een koekenpan en bak de schnitzels circa 4 minuten per kant. Laat na het bakken even uitlekken op keukenpapier.

Serveer de jägerschnitzel met het speckkraut en de bakaardappels ernaast. Bestrooi met gehakte peterselie.