Kook de parelcouscous en gort (apart) beetgaar.
Maak de verse makreel schoon en snijd de filets eruit. Plaats het vel van de filets op een bakpapier en snijd het bakpapier iets groter dan de makreel. Pak de makreel op en smeer het vel licht in met olie en plaats weer met het vel kant op het bakpapier en bewaar in de koelkast voor later gebruik.
Meng alle ingrediënten met elkaar en breng op smaak met de olijfolie en zout en versgemalen peper.
Bak de makreelfilets door de filets met bakpapier zo in een droge, warme bakpan te plaatsen en bak tot het vel kant goudbruin is. De vis zouten en peperen en dan omdraaien. Vuur meteen uitzetten en makreel 2 minuten in de pan na laten garen.
Serveer de salade naar eigen inzicht op een schaal en garneer naar eigen inzicht met de ingrediënten die je gebruikt hebt en die je nog over hebt.
TIP
Als je het lekkerder vindt om alle groenten (beet)gaar te hebben zul je de venkel (en andere groenten die je wilt gebruiken) even moeten blancheren in kokend water.
0 reacties