Pad thai met garnalen en Thaise basilicum

Pad Thai

1. Snijd de gepelde rauwe garnalen door de lengte.

2. Wel de rijstnoedels in gekookt zout water voor 4 minuten. Giet af en spoel af onder koud stromend wat. Voeg een scheutje olie toe zodat de noedels niet aan elkaar plakken.

3. Zet alles klaar voor je gaat roerbakken: Pel en snijd de knoflook fijn. Snijd de bosuien in ringetjes. Hak de pinda’s. Dep de garnalen droog.

4. Verhit een scheut olie in de wok en roerbak de knoflook en bosuien totdat ze een beetje kleuren. Voeg de garnalen toe voor circa 3 minuten. Schep alles uit de wok en houd apart.

5. Verhit nog een scheutje olie in de wok. Roerbak het ei erin en tot het gestold is. Voeg de gehakte pinda’s toe.

6. Voeg de tamarindepasta, vissaus, bruine suiker en sap van 1 limoen samen in een kom en kluts tot een geheel.

7. Voeg de noedels, garnalen en saus toe in de wok en schep om.

8. Scheur de blaadjes van de Thaise basilicum en voeg de helft samen met de taugé toe aan de wok en roerbak nog 30 seconden.

9. Schep de pad thai op de borden. Snijd de chilipeper fijn en garneer met de overige Thaise basilicum, gedroogde garnalen en een partje limoen.