Bakkeljauw croquetten
Week
de bakkeljauw circa 12 uur in koud water. Ververs het water twee keer. Kook de
bakkeljauw circa 15 minuten tot deze uit elkaar valt. Pel en snipper de sjalot. Snijd de bieslook fijn.
Smelt de boter in een pan en fruit de sjalot circa 2 minuten. Voeg de bloem in
één keer al roerend toe en gaar de bloem in circa 10 minuten. Blus af met de
witte wijn en voeg de visbouillon toe. Roer dit tot een gladde en dikke gebonden
saus. Laat de saus circa 10 minuten zachtjes koken tot salpicon. Roer de gare
bakkeljauw en de bieslook door de salpicon en haal de pan van het vuur. Schenk
de salpicon uit op een met koud water omgespoelde bakplaat of ruime ovenschaal.
Laat vervolgens afkoelen en minimaal 2 uur opstijven in de koelkast.
Paneren
Verwarm
de frituur voor op 180 °C.
Vorm
met je handen van de stevige ragout croquetten van circa 7 centimeter lang en 3
centimeter breed. Klop de eiwitten los in een schaal en strooi de bloem en het paneermeel
in aparte schalen. Haal de croquetten eerst door de bloem, vervolgens door het
losgeklopte eiwit en tenslotte door het paneermeel. Herhaal dit met alle croquetten.
Bak de croquetten in porties goudbruin en gaar.
Dip
Pluk
en hak de peterselie fijn en meng met de zure room en de kurkuma.
Zoetzure kousenband
Breng
een pan water met een beetje zout aan de kook. Snijd de kousenband klein en
blancheer circa 3 minuten. Giet af en spoel koud. Breng de azijn aan de kook en
los de suiker er in op. Meng de gezoete azijn met de kousenband.
Serveren
Schep
de dip in een bakje en leg de croquetten op een bord met de kousenband erbij.
0 reacties