nonna teresa’s pasta

Een goede pangrattato – gekruide krokante broodkruim – voegt behalve smaak ook een fijne textuur toe. De mierikswortel is nogal ongebruikelijk, maar zó lekker, en bovendien is het toevoegen ervan geen gekke gedachte, omdat het een van de weinige dingen was die groeiden waar Teresa woonde. Het is een perfect voorbeeld van respect hebben voor de schaarsheid van ingrediënten.

Kook de pasta in gezouten kokend water volgens de aanwijzingen op de verpakking, giet hem af en vang daarbij een grote kop van het zetmeel­ houdende kookwater op.

Zet voor de pangrattato een grote koekenpan met 2 eetlepels olijfolie, de broodkruimels en de chilivlokken op matig hoog vuur. Schil de mierikswortel, rasp hem erover en bak 5 minuten, terwijl je regelmatig roert, tot het geheel krokant is. Kieper de kruimels in een kom en zet ze opzij.

Zet de koekenpan met 2 eetlepels olijfolie terug op matig vuur. Pel de knoflook, snijd hem in dunne plakjes, doe ze in de pan en voeg de afgeriste tijmblaadjes toe. Verwijder de zaadjes uit de gedroogde paprika’s, snijd de paprika’s klein, doe ze in de pan en bak het mengsel 1 minuut. Hussel de uitgelekte pasta erdoor en maak het gerecht zo nodig extra smeuïg met een scheutje kookwater.

Voeg naar smaak zeezout en zwarte peper toe, verdeel de pasta over warme kommen, sprenkel er een beetje extra vergine olijfolie over en bestrooi met een royale schep pangrattato.

Fotografie © Jamie Oliver Enterprises Limited, 2018