Cannelé-beslag
-
Smelt de boter in een pan of magnetron.
-
Snijd de vanillestokjes in de lengte open en schraap het merg eruit.
-
Giet de melk in een steelpan en voeg het vanillemerg en vanillestokjes toe. Breng zachtjes aan de kook, zet dan het vuur uit en laat het 5 minuten trekken.
-
Mix ondertussen de eieren met de suiker. Voeg de gesmolten boter toe en roer door.
-
Verwijder het vanillestokje uit de melk en schenk de melk in 3 delen bij de eieren terwijl je blijft kloppen. Zorg dat je niet te veel lucht in de eieren klopt. Voeg als laatste de rum toe en roer door.
-
Schenk het eierbeslag in een bak met deksel. Dek af en zet 48 uur in de koelkast.
Vormen invetten
-
Verwarm de cannelé-vormen kort in de oven tot ze warm aanvoelen.
-
Smelt de bijenwas met de boter, zorg dat het niet kookt.
-
Giet de was in de warme vorm en verdeel. Giet de overige was er direct uit, laat de vorm uitlekken. Herhaal dit met alle vormen.
-
Wanneer de vormen zijn afgekoeld zet je ze in de koelkast tot gebruik.
Cannelés maken
-
Verwarm de oven voor op 250 °C.
-
Mix het beslag 2 minuten rustig door zodat alle suiker gelijkmatig door het beslag zit.
-
Giet de helft van het beslag in de ingevette vormen. Laat hierbij 1,5 cm van bovenkant vrij.
-
Bak de cannelés 10 minuten in de voorverwarmde oven. Verlaag daarna de temperatuur naar 180 °C en bak nog ca. 50 minuten.
-
Haal de cannelés uit de oven en klop ze meteen uit de vormen. Laat ze 1 uur afkoelen op een koelrek voor je ze serveert. Herhaal met de rest van het beslag.
0 reacties