Bron: Gall&Gall
1. Het perfecte glas
Het begint natuurlijk allemaal bij het juiste glas. Drank komt namelijk het beste tot zijn recht in een goed glas. Voor gin-tonic zijn er twee mogelijkheden: een bol glas en een longdrink glas. In het bolle glas (zie foto hierboven) komen de smaken het beste uit. In een longdrinkglas daarentegen gaat de tonic wat meer bruisen. Het is dus net wat je wilt en lekker vindt.
2. IJs
IJs is ontzettend belangrijk bij het drinken van een goede gin-tonic. Het drankje moet namelijk zo koud mogelijk gedronken worden. Gebruik je een klein beetje ijs? Dan smelt het ijs sneller, waardoor je gin-tonic waterig wordt. Voeg extra veel ijs toe. Gooi het hele glas vol. Dan smelt het ijs namelijk minder snel. Probleem opgelost!
5. Afmetingen
Wat essentieel is bij het maken van een gin-tonic, is dat het drankje voor driekwart gevuld is met tonic en voor een kwart met gin. Mocht je wat meer gin of wat meer tonic lekkerder vinden, kun je dit natuurlijk naar eigen smaak toevoegen.
6. Volgorde
Het drankje moet in een bepaalde volgorde gemaakt worden. Het glas moet ijskoud zijn en daarom moet je ten eerste zoveel mogelijk ijs toevoegen. Als er ijswater in het glas zit, laat je dit eruit lopen voordat je aan de gin begint. Voeg op het ijs een kwart gin toe, driekwart tonic en als laatst het garneersel.
7. Garnering
Het soort garnering dat je toevoegt aan een gin-tonic hangt af van welke gin je gebruikt. Hier lees je welke gin, tonic en garnering het beste bij elkaar passen. Uiteraard kun je ook zelf experimenteren met de garnering. Zo kun je denken aan combinaties van grapefruit en rozemarijn, aardbeien en basilicum of aan een combinatie van komkommer, munt en zwarte peperkorrels.