Welke stelen kunnen we wel en niet gebruiken? Het verschil zit hem tussen zachte en harde kruiden. Stelen van zachte kruiden hebben dezelfde smaak als de bladeren. Denk hierbij aan basilicum, peterselie, koriander, dille en bieslook. De verse stelen snijd je fijn en verwerk je in sauzen, salades of soepen. 

Voorbeeld:
Gebruik de steel van je basilicumplantje bijvoorbeeld bij het maken van verse groene pesto of gebruik de hele kruiden voor kruidenolie, kruidenazijn of kruidenboter

De stelen van harde kruiden als rozemarijn, salie, oregano en tijm kunnen niet gegeten worden. Wat wel mogelijk is: laat de kruiden meestoven door ze (in een bosje vast te binden) en een langere tijd mee te garen of koken in jouw gerecht. De kruiden hebben zo genoeg kans gekregen om hun smaak af te geven. Voeg bijvoorbeeld een takje rozemarijn toe aan je ovenaardappel of een bosje tijm aan je kruidige tomatensoep. 

Voorbeeld:
Vul je hele dorade met wat stengels rozemarijn of dille en plakjes citroen.