Snijd groene plekken, uitlopers en beschadigde plekjes van aardappelen ruim weg. Bewaar aardappels in een niet te droge of te vochtige omgeving: door droogte gaan de aardappelen rimpelen, door vocht krijgen ze uitlopers en schimmel. De beste bewaartemperatuur is tussen 5 en 10 °C. Bewaar de aardappel in de zak, dat helpt vochtverlies te voorkomen. Ga er niet te hardhandig mee om, anders krijgen ze blauwe plekken en bederven ze sneller.

 

Bron: Voedingscentrum